Overvalsluiting0000.0011

 

 Literatuur

 

- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Tweede deel: L-Z. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [613 blz. ISBN -]. Hierin "Overval": blz. 181 ("Overval. IJzeren sluitingsmiddel, bestaande uit een staartstuk, waaraan op de wijze van een hengsel een ander langwerpig stuk is bevestigd; hierin bevindt zich een gat. Wordt gebruikt tot sluiting van kisten en schuurdeuren. Het gat van den O[verval] gaat dan over een kram, waarin vervolgens een hangslot kan worden gestoken. Een nettere vorm, die voor het sluiten van schuifblinden, vleugeldeuren e.d. wordt toegepast geeft de fig. te zien. Zie ook basculebrug [bedoeld wordt 'basculesluiting' - jp0208]" - dit is de volledige tekst. Het eerste deel betreft de ^overslagbeugel. Bij het tweede deel is een sierlijke overvalsluiting getekend, op het ene deel om een as draaiend en op het andere achter een haak vallend. - jp0208)

- Wattjes, J.G., Constructie van gebouwen. Deel 4: Ramen, deuren, kozijnen. Amsterdam (Kosmos), 1932voorwoord2e druk. [387 blz. ISBN -]. Hierin "Overval": blz. 346-347